Economie is niet alleen zaak van
cijfers
door Arnold Heertje in NRC Handelsblad
van 18 juli 2003 |
|
De economie wordt te vaak vereenzelvigd met financieel
handelen. Dat is echter een te beperkte opvatting. De economische
wetenschap kan in alle situaties worden toegepast waar sprake
is van schaarste, dus ook op het gebied van natuur en cultuur,
meent Arnold Heertje.
De Raad van State heeft woensdag het besluit van de provincie
Zeeland de Westerschelde Container Terminal bij Vlissingen
aan te leggen, vernietigd. Het behoud van het unieke en
niet-reproduceerbare natuurgebied de Kaloot, alsmede de
vogelbescherming zijn zwaarwegend geweest in de beslissing.
Daarnaast verwijt de Raad de provincie onzorgvuldige besluitvorming
over het zoeken naar alternatieven en de werkgelegenheidseffecten
van het project.
Deze uitspraak is richtinggevend voor het denken in ons
land over het omgaan met de beperkte ruimte. In de maatschappelijke
besluitvorming verschuift het eenzijdige gewicht van de
financiële calculaties naar de kwaliteit van de leefomgeving.
Allerwegen wordt hierin een nederlaag gezien van de economie
versus het belang van natuur, open ruimte, milieu en cultuur.
Dit is een misverstand, dat de reactie van de demograaf
D. van der Kaa (NRC Handelsblad, 10 juli 2003) op een artikel
van de econoom B.M.S. van Praag (opiniepagina, 7 juli 2003)
ontsiert. Van der Kaa typeerde Van Praag als iemand
die alles in geld wil vertalen. Zelfs werd hem
een ,,vertekend mensbeeld'' toegedicht. In zijn wetenschappelijk
werk is Van Praag nooit uitgegaan van een bepaald mensbeeld.
Ten onrechte denkt Van der Kaa dat economie is beperkt
tot activiteiten die neerslaan in financiële calculaties.
Dat in de achter ons liggende jaren in het economisch leven
de nadruk heeft gelegen op geldstromen, financiële
rendementen, beurskoersen, optieregelingen en kwantitatieve
economische groei, betekent niet dat de theoretische economie
evenzeer is ingesnoerd tot de analyse van financiële
calculaties. Nu in de praktijk het tij keert en de kwaliteit
van het bestaan hoger op de agenda staat, is de economische
wetenschap gereed om de besluitvorming over de niet-calculeerbare
doeleinden van individu en samenleving te begeleiden. Onverschillig
of het nu gaat om de kwaliteit van het onderwijs, de medische
zorg, de ruimtelijke ordening, de cultuur of het leefmilieu.
Het misverstand is ernstig omdat in de publieke sfeer beslissingen
over de ruimte worden genomen op basis van zogenoemde rationele
calculaties van financiële opbrengsten van bedrijfsterreinen,
havens, woningen en kantoorgebouwen. Doordat de betekenis
van niet-reproduceerbare goederen zoals natuurgebieden en
historische gebouwen, boerderijen en monumenten niet-calculeerbaar
is, worden deze componenten van de welvaart als irrationeel
terzijde geschoven. De kwaliteit van het bestaan van huidige
en toekomstige generaties wordt hierdoor bedreigd.
Economie is de wetenschap van de wijsheid van het
eeuwige tekort. Eeuwig zolang er mensen bestaan
met een eindig leven. Daardoor is de tijd altijd schaars.
Onder alle omstandigheden woekert de mens als sociaal wezen
met beperkte middelen ten opzichte van zijn behoefte aan
goederen, diensten, vrije tijd en leefbaarheid. Behoeften
die deel uitmaken van de welvaart en die binnen het gezichtsveld
van de economie vallen, omdat het voorzien in deze behoeften
het beslag leggen op schaarse middelen vergt.
De behoeften ontlenen hun kleur aan de persoonlijke voorkeuren,
die in tijd en ruimte veranderen. Zij zijn subjectief. De
een drinkt de hele dag melk, de ander jenever. De economische
wetenschap maakt geen onderscheid. Zij aanvaardt de mensen
zoals ze in al hun verscheidenheid zijn, bestudeert het
aspect van hun handelen dat de wijze van het omgaan met
schaarse middelen behelst. De economie berust niet op een
bepaald mensbeeld en gaat evenmin uit van rationaliteit
van gedrag. De mens handelt zoals hij handelt. Voor de economie
is dit handelen onderwerp van onderzoek, voorzover het is
gericht op de subjectieve behoeftebevrediging onder invloed
van het eeuwige tekort aan middelen. De economische
wetenschap is niet bij machte rationeel van irrationeel
gedrag te onderscheiden.
Mijn leermeester Pieter Hennipman rekende in de jaren dertig
al af met de homo economicus; de rationaliteit van het economisch
handelen en de beperking van het economische tot financiële
markttransacties. Het invoeren van het geld is een
handig hulpmiddel om een deel van het economische
proces te organiseren. Maar het blijft een abstractie. Bij
het kopen van een modieuze japon van 500 euro, gaat het
om het subjectieve nut van de japon. Over de prijs twist
men, niet over de smaak. De prijs is een instrumentele schijnobjectiviteit,
die de transactie versoepelt, doch de aandacht afleidt van
de subjectieve behoeftebevrediging. Ook het ontvangen van
een geldinkomen is een rookgordijn, waarachter vreugde en
verdriet verbonden met het verrichten van arbeid schuil
gaan.
Behalve op geld waardeerbare transacties, behoren tot het
domein van de economische wetenschap, alle niet-calculeerbare
oogmerken, voorzover het aspect van het beslag op schaarse
middelen in het geding is. Er is geen kwantiteit zonder
kwaliteit en er is kwaliteit zonder kwantiteit. Economische
ontwikkeling gaat over de dynamiek van de behoeftebevrediging
en is niet beperkt tot percentages van het nationaal inkomen.
De doelstelling natuurgebieden te behouden voor toekomstige
generaties is van kwalitatieve aard. Er ontbreken marktprijzen
om dit oogmerk monetair te vertalen. Maar het behoud van
natuur en milieu brengt ons niet buiten de economie. Het
oogmerk valt onder de welvaart van huidige en toekomstige
generaties en noopt tot het afzien van een ander gebruik
van de ruimte. Zelfs als het alternatieve gebruik tot gederfde
winststromen wordt herleid, ontbreekt de kwantificering
deze te vergelijken met het nut van de natuur voor nu en
later, dat niet op marktwerking maar op subjectieve beleving
berust.
Helaas dragen economen bij tot het misverstand. Vooral
bedrijfseconomen en accountants, die de blik uitsluitend
richten op de calculeerbare werkelijkheid. Verder
algemeen economen die fundamentele uitgangspunten van hun
vakgebied - subjectieve welvaart en objectieve schaarste
- uit het oog verliezen. Zij meten de welvaart door de financiële
waarde van de productie en zien de schaarste op den duur
verdwijnen. De welvaart wordt ten onrechte geobjectiveerd;
de schaarste ten onrechte gesubjectiveerd. Zo verscheen
de homo economicus weer op het toneel, vergezeld van de
rationaliteit van het handelen en het gelijkstellen
van de woorden 'economisch' en 'financieel'. De
verwarring bereikte een hoogtepunt door vervolgens een discussie
over waarden en zelfs geluk in de economie te beginnen.
Hennipman draait zich in zijn graf om. Alleen niet voor
lang.
Prof.dr. A. Heertje is oud-hoogleraar economie aan de
Universiteit van Amsterdam en bijzonder hoogleraar geschiedenis
van de economische wetenschappen aan dezelfde universiteit.
Het artikel van B.M.S. Van Praag en het stuk met de reactie
van D. van der Kaa zijn na te lezen op www.nrc.nl/opinie
Welvaart wordt ten onrechte geobjectiveerd
bron: NRC Handelsblad
5:42:01 PM
|