Updated: 04-07-2004; 09:15:27.
Bouw Weblog - bouwinformatie ..
Weblog met nieuws en informatie voor bouwgerelateerde ondernemingen
        

zondag, 27 juni 2004

Is ‘juridisering’ noodzakelijk kwaad bij aanbestedingen ?

Door de tregenwoordige focus op de juridische kant, vergeten we waar het ook weer om begonnen was: het sluiten van de beste deal na een eerlijke competitie. Hoe komen we weer tot de kern?

Bij aanbestedingen zien we een ontwikkeling die wel ‘juridisering’ genoemd wordt, iets wat overigens ook in de Nederlandse maatschappij in zijn algemeenheid merkbaar is. Juridisering is de neiging om alles in het zakelijk verkeer formeel vast te leggen en met name steeds meer in juridische termen, inclusief de daarbij behorende juridische ondersteuning. De verleiding is groot om vervolgens ook gebruik te maken van juridische argumentatie door te dreigen met claims en ‘een gang naar de rechter niet uit te sluiten’.

Voor aanbestedingen in de bouw en infrastructuur komt daar de nasleep van de parlementaire enquête Bouwnijverheid nog als een versterkende factor bij. Juist in deze branche klinkt de roep om zorgvuldigheid en transparantie extra hard. De aanbestedende diensten vertalen dit meestal in het beperkt uitleggen van de Europese aanbestedingsregels, het kiezen voor zekerheid. Dit leidt helaas in vele gevallen tot een focus op rechtmatigheid, het ten koste van alles vermijden van een overtreding van de regels. Het lijkt de opdrachtgever nauwelijks meer te interesseren of het hoofddoel, het bereiken van de beste overeenkomst, bereikt wordt.

Maar ook aan de kant van de opdrachtnemer zien we ‘spelverruwing’ optreden. Onder het motto ‘niet geschoten is altijd mis’ wordt al bij een verloren pre-selectie de gang naar de rechter gauw gemaakt, om van de batterij rechtszaken door verliezende partijen na gunning maar te zwijgen. De gang van zaken rond de Statentunnel is een treffend voorbeeld van dergelijk gedrag, in beide kampen!

Het aanbesteden volgens de Europese regels dwingt de opdrachtgever het aanbestedingsproces volgens een aantal formele stappen in te richten. Dit leidt ontegenzeggelijk tot meer en eerdere inschakeling van juristen. Dat hoeft echter niet tot juridische overmacht te leiden! Positieve aspecten van deze ontwikkeling zijn de zorgvuldigheid van het proces en de voorspelbaarheid ervan. Ik licht ze hieronder toe.

Zorgvuldig proces
De Europese regels zijn gebaseerd op drie grondbeginselen, samengevat als ‘transparant, objectief en niet-discriminerend handelen’. Ze zeggen vooral iets over gewenst gedrag van de opdrachtgever, die respectievelijk helder moet zijn over wat hij wil bereiken en hoe hij dat gaat doen (transparant), dat toetsbaar en eerlijk moet uitvoeren (objectief) en daarbij alleen factoren mag laten meewegen die relevant zijn voor zijn project (niet-discriminerend). Dat lijkt logisch, maar was in het verleden zeker niet vanzelfsprekend! De ervaring leert dat zowel opdrachtgevers als opdrachtnemers aanvankelijk moeite hebben met het toepassen van de richtlijnen. Beiden zien het als veel extra werk, maar kunnen uiteindelijk het verbeterde proces wel waarderen (mits de richtlijnen door de opdrachtgever met verstand toegepast zijn!).

Opdrachtgevers worden gedwongen bij hun eerste benadering van de markt al aan te geven wat zij belangrijk vinden, op welke condities zij zaken willen doen, en hoe zij de aanbesteding gaan inrichten. Dit is belangrijke informatie voor marktpartijen omdat zij een keuze moeten maken of ze hier wel of niet energie (en tijd en geld!) in willen steken. Nog beter nieuws voor de markt is dat de opdrachtgever weinig ruimte heeft om later van zijn aangekondigde uitgangspunten af te wijken. En terecht: we willen niet terug naar de situatie van willekeur door de klant bij de keuze van mededingende partijen, bij de gegevens die ter beschikking worden gesteld, bij de manier waarop uiteindelijk de winnaar wordt geselecteerd, bij het opstellen van het contract, etc.

Positieve aspecten
De positieve effecten van de ontwikkelingen zoals hier geschetst zijn dus dat het aanbestedingsproces rechtlijniger is geworden, beter voorspelbaar en toetsbaar. Een bijkomend effect is dat het uitgaan van telkens dezelfde regels leidt tot uniformiteit voor de organisatie. Rechtlijnig, voorspelbaar, toetsbaar, uniform: het zijn woorden die vooral de overheid als muziek in de oren klinken.
Maar ook deze glanzende medaille heeft een doffe achterkant. Er zijn flinke kanttekeningen te plaatsen bij de juridisering. Er zijn zeker vijf punten die kostenverhogend werken. In de eerste plaats is juridische bijstand bepaald niet gratis. En het is een zichzelf versterkend proces: een juridisch opgesteld document ‘dwingt’ de andere partij bijna om op hetzelfde niveau te antwoorden. Vanuit die beroepsgroep komt dan ook zelden een vraag naar vereenvoudiging of versoepeling...

Verder kost de juridisering tijd, zowel in de voorbereidingsfase als tijdens het aanbestedingsproces zelf. Een juridische toets op een document vergt meestal ook weer intern overleg met de auteur. Daarnaast treedt gewenning op: het vaker voorkomen van rechtszaken verleidt partijen eerder dat wapen te overwegen. En ten slotte kost het aandacht van de bestuurders van de onderneming of de instantie.

Bureaucratisering
Het karakter van aanbestedingen verandert. Bij veel aanbestedingen had de opdrachtgever voor zichzelf een goed beeld van de door hem gewenste prijs/kwaliteit verhouding, hij koos aanbieders uit waar hij goede ervaringen mee had, ging de dialoog aan en eindigde met onderhandelingen waar beide partijen concessies deden tot een voor beiden acceptabel eindresultaat op tafel lag.
In de huidige verhoudingen ligt bij projectgebonden aanbestedingen de focus van de opdrachtgever sterk op de rechtmatigheid, het aantoonbaar en toetsbaar volgen van de regels. Een gevolg van het objectiviteitscriterium is bijvoorbeeld dat hij zijn voorkeuren alleen kenbaar maakt als ze in eenvoudig meetbare getallen kunnen worden vastgelegd, en dat is een verarming. Of nog erger: het kiezen voor de laagste prijs als enig gunningscriterium, terwijl er wel degelijk andere kwaliteitseisen aan de orde hadden kunnen komen.

Een ander voorbeeld is waar ‘transparantie’ en ‘level playing field’ ontaarden in wel erg simpele gedragsregels: de aanbestedende dienst beperkt zich tot algemeen overleg met alle bieders of verplicht zich alle uitkomsten van individuele informatie-uitwisseling aan alle gegadigden bekend te maken. Het laat zich raden dat bij een dergelijke opstelling marktpartijen zich wel twee keer bedenken alvorens een creatief idee ter toetsing aan de opdrachtgever voor te leggen. Het recente Aanbestedingsreglement Werken 2004 (ARW 2004) voor alle rijksaanbestedingen staat individuele inlichtingen onder bepaalde omstandigheden wel toe. Het kabinet heeft daarbij echter bedacht dat de informatie-uitwisseling daarover uitsluitend schriftelijk mag geschieden, wat de communicatie bepaald niet ten goede zal komen.

Wat moet er anders?
Bij het voornemen om een aanbesteding te gaan houden moet een organisatie tevoren goed bedenken wat de aard van de aanbesteding is (een routine of innovatief project). Het aanbestedingstraject is een afgeleide daarvan, met name de mate en de tijdstippen van overleg met aanbieders. Uit die keuze volgt een belangrijke volgende afweging, namelijk de bezetting van het projectteam aan opdrachtgeverszijde. Bij complexe en/of grote aanbestedingen moeten alle disciplines hier vertegenwoordigd zijn: technisch/inhoudelijk, financieel en juridisch, zowel aanbestedingsrecht als contractrecht. Het zal duidelijk zijn dat ik het primaat niet bij de juristen zou leggen, maar hoe dan ook is het belangrijk dat alle disciplines als een integraal team samenwerken.

Het verschil in resultaat voor de opdrachtgever tussen een klakkeloos uitgevoerde aanbesteding enerzijds en één die goed geregisseerd is anderzijds, wordt vaak onderschat. Op het gevaar af beschuldigd te worden van een oratio pro domo durf ik de stelling aan dat het extern mobiliseren van deskundigheid meestal gerechtvaardigd is en tot een beter resultaat leidt, vooral bij opdrachtgevers die voor het eerst met dit bijltje hakken.

Het is in het belang van een opdrachtgever om de markt volwassen te behandelen. Dat houdt in dat hij duidelijk moet zijn over zijn voorkeuren en de gunningscriteria. Aanbieders die moeten raden wat de opdrachtgever het belangrijkst vindt, moeten in zekere zin gokken, wat nooit tot de meest scherpe aanbieding leidt.

Bij een projectaanbesteding komt daar nog bij dat een opdrachtgever maximaal zou moeten profiteren van de creativiteit van de markt. Men moet daarom voortdurend streven naar maximale flexibiliteit bij het mogelijk maken van verschillende oplossingen waar marktpartijen aan denken. Die oplossingen moeten uiteraard wel geheel voldoen aan alle eisen die de opdrachtgever (tevoren!) heeft gecommuniceerd.

Grondbeginselen
Bij deze koersverlegging naar meer marktcontact komt juist in deze tijd de vraag op “of dat allemaal wel is toegestaan binnen de strakke kaders van de (Europese) regelgeving”. Dat zal van geval tot geval bezien moeten worden. Zeker is dat niet alles mag; maar zeker is ook dat er veel kan zonder die regels te overtreden. Maar dan moet de opdrachtgever wel de grondbeginselen ‘transparant, objectief en niet-discriminerend handelen’ voortdurend voor ogen houden. En hij moet de markt met open vizier tegemoet durven treden, als gelijkwaardig partner. Zo’n opdrachtgever komt terug bij de kern van aanbesteden en zal bijna altijd betere resultaten bereiken dan diegene die alleen naar ‘dat legertje juristen’ luistert.

J.A.A. Ochtman, Twynstra Gudde
Hoofdonderhandelaar bij de DBFM- contracten van hsl-zuid en PPS-A59

bron: Cobouw


9:05:07 AM    comment []

© Copyright 2004 Jules Verlaan.
 
June 2004
Sun Mon Tue Wed Thu Fri Sat
    1 2 3 4 5
6 7 8 9 10 11 12
13 14 15 16 17 18 19
20 21 22 23 24 25 26
27 28 29 30      
May   Jul


Click here to visit the Radio UserLand website.

Subscribe to "Bouw Weblog - bouwinformatie .." in Radio UserLand.

Click to see the XML version of this web page.

Click here to send an email to the editor of this weblog.